Opmerking
Vanaf Windows Vista Service Pack 1 en Windows Server 2008 wordt de nieuwe architectuur WFP (Windows Filtering Platform) gebruikt om de netwerkcommunicatie te controleren. Aangezien WFP speciale controletechnieken gebruikt, is de sectie Protocolfiltering niet beschikbaar.
Dit tabblad bevat de instellingsopties voor antivirusbeveiliging voor de toepassingsprotocollen POP3 (waarmee e-mailclients e-mail van externe servers ophalen) en HTTP (gebruikt voor websurfen). De protocollen worden gecontroleerd door de ThreatSense-scanengine, waarin alle geavanceerde malware-scantechnieken naadloos zijn geïntegreerd. De controle werkt automatisch, ongeacht de gebruikte internetbrowser of e-mailclient. Als u informatie wilt over gecodeerde communicatie (met SSL), raadpleegt u Protocolfiltering > SSL.
Inhoudsfilter toepassingsprotocol inschakelen
Als deze optie is ingeschakeld, wordt alle HTTP- en POP3-verkeer gecontroleerd door de antivirusscanner.
Er wordt gegarandeerd dat alle communicatie wordt gecontroleerd door het verkeer om te leiden naar de interne proxyserver, waar de gegevens worden gescand op bedreigingen. De routering kan worden ingeschakeld voor:
- HTTP- en POP3-poorten – hiermee wordt de routering van verkeer naar de interne proxyserver beperkt tot alleen HTTP- en POP3-poorten.
- Toepassingen die zijn gemarkeerd als internetbrowsers en e-mailclients – hiermee wordt de routering van het verkeer naar de interne proxyserver beperkt tot alleen de toepassingen die zijn gemarkeerd als internetbrowsers en e-mailclients.
- Poorten en toepassingen die zijn gemarkeerd als internetbrowsers of e-mailclients – hiermee wordt routering ingeschakeld van al het verkeer op HTTP- en POP3-poorten, evenals alle communicatie van de toepassingen die op de interne proxyserver zijn gemarkeerd als internetbrowsers en e-mailclients.