Dit omgevingsgedeelte bevat de volgende opties voor aanpassing van de weergavefuncties van het programma aan uw specifieke behoeften.
Elementen van gebruikersinterface
Geavanceerde modus – Met deze optie wordt de geavanceerde modus in- of uitgeschakeld. De geavanceerde modus is geschikt voor gevorderde gebruikers. Het biedt meer opties en hulpmiddelen, maar vergt ook meer interactietijd.
Grafische gebruikersinterface – Gebruik dit selectievakje om over te schakelen tussen een grafische ESET-layout en een standaard Windows-opmaak.
Menu weergeven in standaardmodus - Hiermee wordt de menuweergave in- of uitgeschakeld in het bovenste deelvenster van het programma in de standaardmodus.
Menu weergeven in geavanceerde modus - Hiermee wordt de menuweergave in- of uitgeschakeld in het bovenste deelvenster van het programma in de geavanceerde modus.
Welkomstscherm weergeven bij opstarten – Schakel deze optie uit om de weergave van het welkomstvenster bij opstarten uit te schakelen.
Standaardmenu gebruiken - Als deze optie is ingeschakeld, wordt de standaardweergavemodus van het programma gebruikt.
Knopnamen weergeven – Hiermee kunt u de pictogrammen bekijken als alleen pictogrammen of als pictogrammen met beschrijving van de functie in tekstvorm.
Actief besturingselement selecteren – Indien deze optie is ingeschakeld, worden actieve programmafuncties gemarkeerd weergegeven (in een kader).
Effecten
Bewegende besturingselementen gebruiken – Met deze instelling kunt u de bewegende interface in- of uitschakelen en de snelheid van de beweging instellen.
Bewegende pictogrammen gebruiken voor voortgangsindicatie – Als er bewerkingen actief zijn, worden bewegende pictogrammen weergegeven in het venster.
Geluidssignaal gebruiken – Als een virus wordt gevonden, laat het programma een waarschuwingssignaal horen.