Geavanceerde instellingen

Nod32 ea config update mirror advance Geavanceerde instellingen

Het dialoogvenster Geavanceerde instellingen bevat aanvullende opties voor het distribueren van updatebestanden via het HTTP-protocol en voor het opgeven van de LAN-toegangsmodus. De volgende opties zijn beschikbaar:

HTTP-server
Kopieën van updatebestanden voor clientcomputers worden aangeboden via het HTTP-protocol. De server kan alleen goed functioneren als de mirror-map zich op dezelfde server bevindt als de ERA-server. Ga op clientcomputers naar de sectie Instellingen -> Bijwerken -> Updateserver en voeg een nieuwe server toe met de notatie http://servernaam:2221 (als poort 2221 wordt gebruikt). Gebruik als verificatiegegevens voor de mirror-map de gebruikersnaam en het wachtwoord van een account die is gemaakt op de Windows-server die u gebruikt voor het downloaden van updates.

Serverpoort – Hier kunt u het HTTP-poortnummer opgeven voor de mirrorserver die programma-updates voor werkstations verschaft.
Verificatie Voor de HTTP-server is standaard geen verificatie nodig (waarde Geen). Selecteer Standaard om base64-codering met standaardverificatie van gebruikersnaam en wachtwoord te gebruiken. Als u de waarde NTLM selecteert, worden de mogelijkheden van het Microsoft-verificatieprotocol NTLM gebruikt. Gebruikersnamen en wachtwoorden voor verificatie corresponderen met bestaande gebruikers op het systeem waarop de spiegelfunctie is geactiveerd.

Verbinding maken met updateserver als

Selecteer de (gebruikers)identiteit die moet worden toegepast door de module die de updatebestanden in het LAN maakt. De standaardwaarde is Systeemaccount. U kunt deze waarde zo nodig wijzigen in de identiteit van de huidige gebruiker, of een opgegeven gebruiker selecteren.
Om problemen bij het wijzigen van de identiteit van een aangemelde gebruiker te voorkomen kunt u de standaardinstellingen het best ongewijzigd laten. Verander deze waarde alleen in speciale omstandigheden.

Verbinding met server verbreken na update – Selecteer deze optie om te zorgen dat de updateverbinding wordt verbroken, zodat deze niet actief blijft. Als u deze optie niet inschakelt, worden verbindingen door het besturingssysteem verbroken.

 

Geavanceerde instellingen